Show versus no-show vakbeursbezoek in Nederland

Op basis van
geaggregeerde registratiedata van 46 vakbeurzen in de periode 2012–2013 heeft
N200 een beeld kunnen schetsen van het opkomstgedrag van vakbeursbezoekers in
Nederland. In totaal zijn de gegevens van bijna 500.000 personen geanalyseerd die
zich online als bezoeker registreerden.

Vooraf
Voor alle 46
vakbeurzen is gebruik gemaakt van de registratiesoftware van N200. Met behulp
van deze software kan iedereen zich registreren die iets te maken heeft met de
desbetreffende beurs. In overgrote meerderheid zijn dat personen die als
bezoeker naar de beurs willen komen, maar bijvoorbeeld ook standpersoneel wordt
er mee gescand. Voor de analyse naar opkomst is alleen gekeken naar personen
die zich online als bezoeker hebben geregistreerd.

Registratie en opkomst
61% van alle
registranten komt ook daadwerkelijk naar de beurs. De rest ziet er om wat voor
reden dan ook toch vanaf. Als je kijkt naar het moment van registratie, dan
blijkt dat hoe eerder de registratie heeft plaatsgevonden hoe lager de opkomst
is. Ter vergelijk: van geregistreerden die zich niet eerder dan 1 week voor de
beurs hebben geregistreerd komt 67% ook opdagen. Van de registranten die zich
langer dan 3 maanden voor de beurs hebben geregistreerd, komt maar 37% naar de
beurs. Verder is gebleken dat personen die zich hebben geregistreerd met behulp
van hun sociale media profiel een hogere opkomst laten zien (70%) dan de rest
(61%).

Opkomst naar profiel
Hoewel het
verschil niet heel groot is, kan toch worden geconcludeerd dat naarmate de
registrant ouder is, de opkomst lager wordt. De opkomst onder mannen is een
fractie lager (60%) dan bij de vrouwen (62%). Ten aanzien van de herkomst zijn
de verschillen wel groot. De opkomst bij registranten uit Europa exclusief
Nederland is aanmerkelijk hoger (71%) vergeleken met geregistreerden uit
Nederland (58%) en uit landen buiten Europa (55%). Het is ook om die reden dat
de opkomst bij internationale vakbeurzen hoger is (67%) dan bij nationale
vakbeurzen (56%).

De
verschillen naar bedrijfsomvang zijn klein; 6% tussen de laagste en hoogste
opkomst om precies te zijn. Relatief de laagste opkomst zien we bij
registranten van bedrijven met minder dan 10 werknemers en de hoogste opkomst
bij geregistreerden van bedrijven met 10 – 50 werknemers. Personen die betrokken
zijn bij aanschaf laten een iets hogere opkomst zien (63%), dan de
niet-beslissers. Wellicht opvallend is dat onder de betrokken bij aanschaf er
geen noemenswaardig verschil zit tussen de gradaties van bevoegdheid. Bij
eindbeslissers is min of meer hetzelfde opkomstpercentage als bij
medebeslissers.

Opkomst naar informatiebron
Als je kijkt
naar de wijze waarop geregistreerden op de beurs zijn geattendeerd, dan zijn er
grote verschillen in opkomst. De opkomst is het hoogst bij die personen die via
collega’s en/of vakgenoten op de beurs zijn geattendeerd (73%), waarmee de
kracht van mond-tot-mondreclame maar weer eens bewezen is. Ook de exposant en
het vakblad scoren hoog als het gaat om informatiebronnen met hoge opkomst.
Heel laag scoren internet en e-mail met
respectievelijk 54% en 44% opkomst.

Tot slot
Geregistreerden
die nog nooit eerder de beurs hebben bezocht, hebben een iets hogere opkomst
dan registranten die een of meer voorgaande edities van de beurs hebben
bezocht. Als je kijkt naar de drie hoofdredenen om een beurs te bezoeken -informatie,
contact en aankoop - dan ziet N200 geen verschil in opkomst tussen de
verschillende bezoekredenen.