
Het coöperatieve gesprek is een nieuwe dialoogvorm die inmiddels een plek heeft gevonden in het onderwijs en in veel andere sectoren is deze gespreksvorm bruikbaar om samen tot inzichten te komen. Binnen bedrijven is het een handige tool om missie en visie te verhelderen of om innovatievraagstukken te agenderen. Cruciaal in het coöperatieve gesprek is het stellen van vragen. Het resultaat is niet dat een van de deelnemers wint. De gesprekspartners verrijken samen hun ideeënwereld en komen uiteindelijk tot een attitudeverandering.
Boekentip: Lang leve de vraag!
Wouter Colpaert beschrijft de methode in het boek ‘Lang leve de vraag!’. Hij bespreekt de achtergronden en de praktijk van het coöperatieve gesprek en laat zien hoe je het toepast. Elke paragraaf begint en eindigt met een vraag. Sommige vragen blijven een vraagteken en zijn een uitnodiging aan de lezer om zichzelf, zijn gespreksvoering en zijn denkwereld te onderzoeken.
‘Met mijn collega Marty Barneveld heb ik in de lespraktijk het coöperatieve gesprek ontwikkeld. Het is een vorm van geweldloze communicatie die het denken opschudt. Het belangrijkste effect is dat de deelnemers hun uiterste best doen binnen te dringen in de belevingswereld van de ander en tegelijkertijd hun eigen beleving kritisch onder de loep nemen. Dat haalt de angel uit gesprekken over onderwerpen die ‘moeilijk’ zijn, in de taboesfeer liggen, of heel vanzelfsprekend lijken.’
Overal waar een verdiepingsslag of een nieuwe oriëntatie gezocht wordt, is het coöperatieve gesprek relevant.