5 vragen aan de architect van Rotterdam Ahoy en Hart van Zuid

1. Wat kenmerkt Kraaijvanger Architects?

‘Ons bureau bestaat al 90 jaar en we hebben ook een belangrijke rol gespeeld bij de wederopbouw van Rotterdam. We staan erom bekend dat we heel gevarieerd werken. Je ziet vaak dat bureaus een eigen stijl hebben en bijvoorbeeld veel werken met wit en zwart, vlakken of glas. Onze portefeuille kenmerkt zich doordat elk gebouw anders is. Wij kijken vooral naar de unieke omstandigheden zoals de gebruiker, de locatie en de manier hoe het gebouw gaat functioneren. We hebben nooit een vooropgezet idee, maar creëren door goed te kijken en te luisteren altijd iets unieks. Wij noemen dat een uniek antwoord op een unieke vraag.’

2. Hoe is jullie bureau betrokken bij Ahoy en Hart van Zuid?

‘We hebben een tender gewonnen voor het hele gebied. Dat betekent dat we met een plan mochten komen om niet alleen Ahoy aan te pakken, maar de hele omgeving. Zo wordt de Gooilandsingel een autoluwe zone, komt er nieuw straatmeubilair, een plein tussen het zwembad en theater en maken we een uitnodigende trap naar het winkelcentrum voor een directe verbinding. We trekken het hele gebied open, maar maken het ook dichter met gebouwen voor een echt stadweefsel. Dat doen we ook met Ahoy. Met nieuwbouw creëren we een rustig vlak, maar we maken ook een pleinwand voor intensief gebruik.’

3. Waar haalde je de inspiratie vandaan voor Ahoy, kijk je bijvoorbeeld naar andere gebouwen?

‘Nee, ik heb geen vaste methode om ergens inspiratie op te doen. Natuurlijk kijk om me heen en houd ik mijn ogen open voor mooie dingen, maar dat hoeft niet altijd architectuur te zijn. Soms fiets ik ergens langs en inspireert de natuur me, of ik zie iets in een film. Zo heb ik bij Ahoy vaak gedacht aan het zwarte koffertje uit Pulp Fiction. Een simpel koffertje, met een bizar aantrekkelijke gloed, en niemand weet precies wat erin zit. Dat was mijn metafoor bij Ahoy: het is niet direct duidelijk wat erin zit, maar je wilt er wel heel graag naar toe.

4. Wat had je dan voor ogen?

‘Ons hoofddoel was een gebouw creëren met optimale diversiteit en flexibiliteit. De complexiteit als gevolg van verschillende, vaak gelijktijdige, bezoekersstromen moet verborgen zijn. Ahoy is heel divers en je hebt te maken met verschillende doelgroepen – dat komt door de verschillende evenementen. Aan de ene kant wil je dus een rustig gebouw creëren waar je je kan oriënteren, en aan de andere kant wil je dat het meegaat in de aantrekkelijkheid van een avondje uit. Als je ver van het gebouw afstaat, zie je een rustig volume met een opengevouwen gevel. Het is direct duidelijk waar je moet zijn. Kom je dichterbij, dan zie je een gigantische gevel van bijna dertig meter hoog met enorm reliëf. Ruimtelijke zintuigprikkeling is niet zozeer het gebruik van wilde vormen en kleuren. Wel hoe het gebouw een ruimtelijke verrassing kan bieden.’

5. Wanneer ben je tevreden? 

‘Als blijkt dat we invulling konden geven aan de doelstelling dat het gebouw van Ahoy echt gaat meespelen in een avondje uit. Dat het echt alle mogelijke evenementenprogramma’s kan huisvesten en dat je als bezoeker ook goed je weg kan vinden. Een helder en overzichtelijk gebouw, dat qua beleving ondersteunend is bij het event dat je bezoekt. En dat het bijdraagt aan de publieke ruimte eromheen, ook als er géén evenementen zijn. Ik ben tevreden als Ahoy – en natuurlijk het hele gebied – meer een verblijfsplek wordt, dan enkel een doorgangsruimte.’

Nieuwsgierig? Bekijk hier een VR Tour.

Door > Claire van Berkum