1 februari 2011

Meer zeggen met minder woorden

Velen op het podium maken zich er schuldig aan: te lang aan het woord zijn. En vaak verliezen deze sprekers en dagvoorzitters er de aandacht van hun publiek mee. Veel woorden gebruiken betekent immers niet, dat je ook veel zegt. 

Vooral de inleiding kan bij veel mensen korter. Je hoeft niet meteen je hele verhaal in al zijn nuances voor het voetlicht te brengen. Een inleiding is bedoeld om te prikkelen, te verrassen en mensen te interesseren in de rest van het verhaal en kan daarom kort zijn.
Ook een veel gemaakte fout is overcompleet willen zijn. Geloof me, als je een expert bent op jouw vakgebied, dan zijn mensen best bereid een aantal zaken van je aan te nemen en hoef je dus niet ieder woord dat je zegt te onderbouwen. Maak daarom een afweging, waar je kort door de bocht kunt en waar echt meer uitleg of bewijsvoering nodig is. En wees daarbij niet bang open eindjes in je verhaal te hebben: dat is alleen maar goede grondstof voor een verder gesprek met je publiek en voedt de zo gewenste interactie.
Wees tot slot niet bang voor een mening. Ik zie op het podium te veel mensen vervallen in wollig taalgebruik, omdat ze bang zijn kleur te bekennen. Op het moment dat je jezelf uit durft te spreken, hoef je niet meer bang te zijn voor one-liners. Dan kun je dingen korter en krachtiger zeggen en komt je boodschap beter over.

Ik wil iedereen uitdagen vanaf nu zijn spreektijd met de helft in te korten, zonder daarin minder effectief te zijn. De andere helft van de tijd kan dan besteed worden aan andere interessante sprekers of aan een verdiepende discussie.