17 januari 2007

Kijk, daar baal ik nou van

Ik had het helemaal in mijn hoofd. Vanmiddag naar de opening van kasteel Woerden (foto’s), ik kom een half uur later dan de ontvangst, maar precies op tijd voor de belangrijkste zaken, marketingmanager Wouter van Dooren leidt me rond, ik heb de memorecorder onder zijn neus… helemaal goed. Om vijf uur als gepland weer weg (ik sta ook dubbel geparkeerd, mensen kunnen niet naar huis, dus ik moet echt) om na een uur in Den Bosch aan te komen bij de relatiedag van Winter Village.

Al rijdend heb ik een voorstelling in mijn hoofd hoe het straks zal zijn, gezellig, bekende gezichten uit de branche, het nodige geouwehoer over en weer, serieuzere gesprekken, complimentjes, schouderklopjes, eten en drinken. Ik verheug me op een leuke avond.

Dat werd het niet.

Ik rij ten eerste in een uur en drie kwartier naar Den Bosch, tegenwoordig laat ik me leiden door een TomTom, helemaal goed. Ik ben om kwart voor zeven, drie kwartier later dan gepland, op de plaats van bestemming: de Brabanthallen in Den Bosch. Maar waar moet ik heen? Gewoon maar doorrijden denk ik, en ja hoor gelukkig, een bord: relatiedag Winter Village, volg de borden. Fijn zo.

Ik zie een bord P Winter Village met een pijl wijzend naar een witte tent achter een gesloten hek. Wat doe je dan? (Dan maak je daar een foto van.)

[afbeelding niet meer beschikbaar]

Dan maak je een rondje Brabanthallen en kijk je of ergens anders mensen zijn. Of zo. Dit kan toch niet. Niemand te bekennen. Uitgestorven. Ja, bij het torentje aan de voorkant, de oorsponkelijke Branbanthallen, daar staan wat auto’s, maar die horen bij die kantoren in dat gebouw.

Het zal toch niet zo zijn dat Roger Schreurs, die me uitnodigde in naam van Loco Enzo en Incentive Europe, niet langer dan de geplande zeven uur doorgaat? Roger trekt ‘m minstens door tot achten. Nou niet dus.

Je maakt je een voorstelling van een gezellige avond, maar dat loopt dan ineens heel anders. Ik spreek om kwart voor zeven de voicemail van Roger in, ik denk die zit aan tafel met vrouw en kinderen thuis of zo, word ik vanavond rond half tien door Roger gebeld. Dat-ie door is gegaan tot negen uur vanavond. En waarom ik er niet was. Wel g***dver. Was het tóch aan de voorkant, bij het modderfokking torentje!

Roger baalt, ik baal. Ik vertel ‘m dat ik nog helemaal om het gebouw rond ben gereden op zoek naar leven… etc. Roger baalt dat die parkeerwachters het hek dicht hadden: ‘die zullen dan het hek wel dicht hebben gegooid om zes uur’. En juist dat is dan weer zo typisch, ik ben waarschijnlijk met al die files vast niet de enige geweest die later dan zes uur aankwam, en ik ben vast niet de enige die niet wist waar-ie moest wezen. Toch weer zo’n organisatorische oneffenheid. Oké, het was kwart voor zeven, en niet half vier (toen begon ‘t), maar toch. Ik had wel erg veel moeite moeten doen om uiteindelijk daar te komen waar ik wilde komen. Ik volgde de borden, kwam voor een dicht hek, zie achter dat hek een witte tent, ik denk daar zal het wel wezen, ik rij om, voel aan de deur, die zit dicht en het is ijzig stil. Wat denk je dan? Iedereen is al naar huis. Ik ga ook.

Ik krijg foto’s van Roger’s fotograaf opgestuurd, maar ik vind dit gewoon erg jammer, niet alleen omdat ik er lang voor in de file heb gestaan, en dat het jammer van de tijd is, maar ik was zo vreselijk dichtbij en ik was er zo graag bij geweest. Had ik nog met Wouter, Mark en Sjoerd wat kunnen borrelen. Weet ik veel.

Was ik nou maar even gaan vragen. Maar goed, blijkt maar weer eens, je kunt niet overal bij zijn. Hoe strak je het ook plant.