Hylke Oldenboom (Vitae) over het Vitae Social Responsibility project
Ik heb een interview met Hylke Oldenboom, directeur en webber van Vitae, in suite 112 van het Golden Tulip Hotel Vinkeveen (voorheen Bilderberg Résidence Vinkeveen) op donderdag 8 februari, de dag van het (tweede) weeralarm, de dag dat het sneeuwt.
Webber? Dat heb ik nog nooit op een kaartje gezien. Wat is een webber? Of is dat om het ijs te breken?
Ja, dat sowieso. Vitae heeft een aantal jaren voor een bepaalde organisatievorm gekozen, een netwerkorganisatie, een soort web-achtige constructie, dus geen hark. Een webber zit in het midden van dat web, meer dan dat-ie aan de bovenkant van de hark zit, en dat zegt wat over de manier waarop we het bedrijf wensen leiding te geven, dus meer vanuit het midden en minder top-down. Wij hebben daar ook een eigen jargon van functies of rollen voor gegeven. Ik ben een van de drie webbers en wij verbinden het netwerk. Je hebt in een organisatie diverse afdelingen: een ondersteunende staf, commercie, verschillende productlijnen en wij zijn dan eigenlijk diegenen die in het midden al die verbindingen proberen te leggen.
In welk vakje is Vitae te stoppen? Het is toch werving en selectie waar jullie je mee bezig houden?
Ja, wij bemiddelen personeel. Dus wij zitten echt op het vlak van mensen die een baan zoeken, we zijn intermediair, personeelsbemiddelaar, werving en selectie bureau. Deels bemiddelen wij mensen die van de ene baan naar de andere gaan, deels hebben wij zelf mensen in dienst die we inzetten bij opdrachtgevers. Dan ben je dus aan het detacheren. Dat zijn de twee producten, in dat vakje kun je ons gewoon stoppen.
Hoe lang zit je al bij Vitae?
Ik? Bijna veertien jaar.
Hoe oud is Vitae eigenlijk?
Vitae is twintig jaar oud.
Wat trok je zo aan om bij Vitae te gaan werken?
Ik ben in 93 daar komen werken, en ik weet nog wel dat ik enorm op zag tegen werken…
Was je aan het zoeken?
Ik was afgestudeerd.
Want hoe oud ben je?
Ik ben 39, bijna 40. Ik was toen afgestudeerd, 25, 26 en zag toen enorm op tegen werken. Dus ik had een leuke studententijd gehad..
Wat studeerde je?
Ik had Rechten gestudeerd, en één ding was me duidelijk: daar wilde ik ab-so-luut niet mee verder. Ik dacht als het me in die zes jaar niet heeft geboeid lijkt het me niet verstandig om dat de rest van m’n leven te gaan doen. En ja, wat dan wel. Ik dacht zaken leren doen, mensen overtuigen, bij elkaar krijgen, dat is wel een nuttige aanvulling, ik kan aardig kletsen en kon wel aardig leren, niet briljant maar toch… dus ik dacht: ik wil zaken leren doen. En ik wil leuk werk. Maar ik denk ‘dat zit er vast niet in’.
Toen ben je gaan solliciteren.
Ja, ik kwam bij bedrijven en het was in die tijd erg dramatisch, hoe je werd benaderd. Je moest maar heel blij zijn dat je bij dat bedrijf kwam werken, moest rotwerk doen en over de beloning moest ik vooral maar heel blij zijn.. en toen kwam ik bij dat bedrijf, dat heette toen nog geen Vitae maar was wel hetzelfde bedrijf…
Hoe heette dat bedrijf?
Nouveau Metier. Nou, die mensen gingen al heel anders met me om. Ze gingen rollenspellen met me doen, ik kreeg feedback over hoe ik het deed, maar zonder dat ze me er op afrekenden of beoordeelden. Dat spiegelen vond ik heel leuk. En ze hadden er duidelijk lol in, is ook belangrijk, om gewoon gezelligheid te hebben.
Het was dus een zeven jaar oude organisatie, toen.
Ja, het was wat, maar ik had er eerlijk gezegd ook nog niet eerder over gehoord, dus groot was het toen nog niet.
Je werd aangenomen.
Toen heb ik mensen leren bemiddelen. Even in lange halen: ik ben leiding gaan geven, daar hadden ze trouwens ook wel visie op en daar kon ik ook veel over leren, hoe je als werkgever het uiterste uit mensen haalt, daar waren ze altijd mee bezig. Ik heb wel in die hele periode twee keer ontslag genomen. In die zin, dat ik dacht: nu is mijn tijd op. En één keer daarvan was ook tijdens die overgang naar de netwerkorganisatie die geïmplementeerd werd. Ik dacht: hier snap ik niks van, wat een raar gedoe met dat webber, die netwerkjes en die andere manier van beslissen. Ik vond dat heel vaag.
En hoe lang is dat geleden?
Dat heeft plaatsgevonden rondom 2000. Toen zei de oprichter-eigenaar Jelle Boelen tegen me: ‘help toch maar die netwerkorganisatie te implementeren, het is juist wel goed dat je er een beetje sceptisch in staat’.
Dus daar moest je vervolgens wel even goed induiken?
Ja, sindsdien ben ik eigenlijk wel een adept.
Het is echt mensenwerk bij Vitae?
100 procent. We hebben niks anders dan mensen.
Dus dan zit je al snel in de evenementenwereld waar je elkaar live kunt ontmoeten, je merkt ik probeer een bruggetje te maken…
Beleven, ontmoeten, daar gaat het om.
En dat is om het anderhalf jaar het Social Responsibility Project. Waarom is dat om het anderhalf jaar? Omdat je dan in een ander jaargetijde zit?
Ja, dat heeft er mee te maken. Maar ook om niet in een verstikkend ritme terecht te komen. Anderhalf jaar… dan zit je niet in je agenda te kijken: het is weer maart dus daar gaat ie weer. Zo’n bedrijf heeft een bepaalde dingen in een jaarcyclus, en grote evenementen heeft iets meer met anderhalf jaar. Voor ons althans. Zo doen we dat ook met grote feesten, dat gaat ook altijd om het anderhalf jaar.
Hoe zit het eigenlijk met de evenementen bij Vitae? Hoe groot, hoeveel? Je hebt acht vestigingen?
Het is een komen en gaan van evenementen, op lokaal niveau maar ook Vitae breed. Zo’n bedrijf bestaat uit allerlei kleine netwerkjes, en iedere verbinding heeft wel eens wat te vieren of vinden het belangrijk dat ze elkaar ontmoeten… dat kan over kennis gaan, een vergadering is ook een event als je die goed aankleed. Het kan ook zijn dat het niet over kennis gaat, maar over ontmoeten en gezelligheid, of dat we weer eens met elkaar geschiedenis opbouwen, iets beleven, dus we gaan iets geks doen. Het heeft allerlei doelen, maar zo’n bedrijf moet een actieve rol innemen in het organiseren van events en bijeenkomsten. Dat is wat mensen bindt en hecht, dat ze leuke dingen meemaken.
Nu is het Social Responsibility project een maatschappelijk verantwoord evenement waar Vitae-ers en relaties de handen uit de mouwen steken. Hoeveel procent is Vitae-er en hoeveel relatie?
90 procent is Vitae-er, daarin zitten dan wel ook de interimprofessionals die gedetacheerd zijn bij bedrijven, en dat is het mooie, die zien dan weer de Vitae-ers op zo’n dag die intern bij Vitae werken. Die twee groepen zien elkaar niet veel, en hebben daar wel behoefte aan, kunnen veel van elkaar leren. 10 procent is relatie, zo hebben we bijvoorbeeld een bedrijf dat gespecialiseerd is in hekwerk. Die kunnen hun expertise inzetten voor het project, wij Vitae-ers kunnen natuurlijk niet meer doen dan het eenvoudige schoffel-, maai- en graafwerk, maar zij leggen een mooie fundering etcetera.
Dus 10 procent is klant, daar breng je door zo’n dag ook iets bij teweeg, die worden ook loyaler naar jouw organisatie. Zij werken samen met Vitae-ers, maar ja dat doen ze dagelijks.
Dat doen ze sowieso, maar je hecht natuurlijk wel, zo’n dag is een totaal andere sfeer dan een werkdag. Je bent heel fysiek bezig, en alle grenzen verschuiven. Klant, kandidaat, directeur, webber, het maakt allemaal niet uit, we staan er allemaal met korte broek om de klus te klaren en je cijfert jezelf dan even weg. En je geniet van het met elkaar zijn, je praat met allemaal mensen, je krijgt goed te eten, je werkt en ziet dat er iets gebeurt, je komt in contact met de mensen die er wat aan hebben, je ziet dankbare mensen, het is echt super.
Wanneer ben je begonnen met dit anderhalfjaarlijks terugkerend MVO-event?
Het eerste was in Vianen in het Viaanse bos en dat was in 1996. Het was een soort samenloop tussen een klant die we hadden, het Zuid-Hollands Landschap, daar leveren wij wat techneuten aan, en iemand die in een blaadje iets over MVO had gelezen… daar ontsproot het idee. Het Zuid-Hollands Landschap gaf aan een lap grond te hebben liggen waarvoor ze niet de capaciteit en het geld hadden om het bij te houden. We hebben toen het bedrijf in tweeën geknipt, de ene helft is gaan bellen voor geld, de andere helft is het bos in gegaan om te gaan kappen en dergelijke. Het was echt ge-wel-dig. Grote tent neergezet, het Vitae-bandje is toen ontstaan (het mocht allemaal niks kosten), er ontsproten zoveel leuke dingen uit… we moeten van die Dixies neerzetten, catering regelen. Er kwam een sfeer uit, mensen bleken het fantastisch te vinden. Een dagje van kantoor af te zijn, lekker te bewegen, buiten zijn, mensen ontmoeten… maar je zag daar ook al dat men het heel erg leuk vond om iets gedaan te hebben wat we mooi achterlaten en wat er toe doet en anders niet gebeurd zou zijn. Dat was de eerste keer met het bos, maar daarna vonden we toch dat het eigenlijk de volgende keren wel iets met mensen moest zijn, want we zitten midden in een mensenbusiness.
En dan ben je ineens in 2005 en 2006 de beste werkgever van het jaar. Vitae als de ‘greatest place to work’, wie heeft dat beoordeeld?
Dat is een gedachtengoed met een stichting er aan met de naam Great Place To Work, dat is een internationale beweging die via een wetenschappelijk onderbouwde systematiek de werkgever beoordeeld op het gebied van ‘vertrouwen’. Dus niet zozeer tevredenheid, en ook niet de beste arbeidsvoorwaarden, dit gaat over ‘hoe zit het met de trust, het vertrouwen’ en daarvoor sturen ze een vragenlijst naar de mensen die werkzaam zijn ín het bedrijf.
Dan gaat het om het vertrouwen van de leidinggevenden in haar medewerkers en vice versa.
Maar ook de sfeer onderling, de trots die ze hebben op het werk dat ze uitvoeren, de mate van zorg voor elkaar. Het leuke is dat het gaat over die criteria die wij juist belangrijk vinden. Ik kan me ook voorstellen dat bijvoorbeeld ABN-Amro juist niet hieraan meedoet, die zullen zich op een andere manier als de beste werkgever willen profileren. Dat is namelijk met de beste arbeidsvoorwaarden en het mooiste opleidingenprogramma. Die koers varen wij niet.
Het verschil tussen hart en hoofd.
Vitae is inderdaad meer een hart-organisatie. Voor diegene die dát aanspreekt, dus als je wat meer spiritualiteit zoekt, is Vitae een heel leuke organisatie.
Wat bedoel je dan met spiritualiteit?
Een organisatie die iets biedt dat verder gaat dan alleen de materie, mag ik het zo zeggen? Spiritualiteit is misschien een naar woord, maar het kan een heel aardse betekenis hebben. Wat kan nou iemand verwachten als ie bij Vitae komt? Hij leert een vak, hartstikke goed… hij mag op cursussen… wat ik hoop veel meer dan dat is dat hij iets leert over zichzelf. Want dat houdt ons toch allemaal bezig. De emotie die ik had toen ik solliciteerde bij Vitae, namelijk hé: ze constateren iets, ze zeggen iets, ze geven een interpretatie en dat helpt mij in mijn zoektocht naar wie ik ben, wat voor impact heb ik nou op mensen, praat ik raar, praat ik leuk, ben ik charmant of ben ik een hork. Want uiteindelijk wil ik een wijs man worden, toch? Je wilt een zegen zijn voor je omgeving. Bij die zoektocht kan werk natuurlijk enorm helpen, we besteden er onwijs veel tijd aan, dus waarom zou dat in dat werk dan niet manifest gemaakt mogen worden? Wij besteden er juist heel veel tijd aan.
Dan heb je waarschijnlijk ook weinig verloop?
Vergeleken in de branche hebben we een laag verloop, als je het vergelijkt met de rest van Nederland dan zitten we in een branche waar veel verloop zit. Wij hebben 25 procent verloop, mensen zitten gemiddeld vier jaar bij ons, en dat is als je dat vergelijkt met KPN best wel hoog, bij KPN of een ander groot bedrijf zit je doorgaans veel langer, bij ons zitten eigenlijk alleen maar heel veel jonge mensen, eerste, tweede of derde stap in hun carrière, dus hun neiging om ook weer eens ergens anders te gaan kijken is groot, en dat is prima, dat hoort erbij en dat hoort bij je leerkeuze. Dat ik nou zo gek ben om hier dertien jaar te zitten is mijn keuze en is ook prima. Het gaat er niet om of je veel wisselt of weinig, het gaat erom dat jij die omgeving weet uit te zoeken waar je op dat moment rendeert. En ik ben trots op die 25 procent, en het daalt, we willen natuurlijk wel graag mensen behouden, maar niet ten koste van alles. Ik vind dan die 25 procent echt een prachtig getal, maar dat kan voor sommigen echt idioot hoog klinken. En in de branche hebben we een laag verloop. Als je het vergelijkt met ander detacherings- of werving- en selectiebureaus zijn wij beter in staat om mensen te behouden.
Even nog over het evenement, de SR. Hoe is die te rangschikken binnen de evenementen die je nog meer doet? Welke zijn dat eigenlijk?
Wij organiseren heel veel. We doen het nu niet meer zoveel, maar buitenlandreizen hebben we veel gedaan, met z’n allen superdelux naar Istanbul, feesten, weekendjes naar de Ardennen, noem maar op… het allerleukste, terwijl het ’t minst gefaciliteerd is en het minst luxe vinden ze het allergaafste de SR.
Dat is toch een teken, hè?
Er zit ook iets geheims in. Je kunt het zien als een lekker goedkoop personeelsinstrument, maar toch is dat secundair. Want waar het met name aan appelleert is denk ik aan die praktische idealist, die nieuwe professional die wel bij een club wil werken waarbij hij iets toevoegt. Het grappige is dat wij het een heel praktische invulling geven: je staat te graven of te schilderen, whatever, maar dat maakt helemaal niet uit, het hoeft niet verheven te zijn. Het feit dat je toch met elkaar iets voor elkaar krijgt geeft heel veel trots, on the spot. De kern is: trots.
En het past kennelijk heel goed bij jullie organisatie, als je het hebt over spiritualiteit, want het gaat niet om het geld verdienen of het leuk werk hebben, het gaat in het leven om meer dan dat. Dat je op een hoger niveau wat te bieden hebt aan de wereld, aan de medemens.
Kijk, wij hebben alleen maar HBO-ers en academici in dienst en die mensen komen over het algemeen uit een redelijk beschermde omgeving, dat durf ik best te zeggen, het is vrijheid blijheid bij ons, als je het hebt over de behoeftepiramide van Maslov zitten we helemaal bovenin. We hebben alles. En nou kom je op zo’n terrein en je ziet daar een zwaar gehandicapt kind voorbijkomen…
Dat project wat ik ooit georganiseerd heb, in 1998, ging met verstandelijk gehandicapte kinderen. ’s Avonds hadden wij een feest en stonden dus al die kinderen met een Downsyndroom of andere verstandelijke handicaps met elkaar en met ons te dansen. Ik heb, en dat mag je best weten, ik heb staan janken. Nou ben ik een beetje een jankerd hoor… maar dat vond ik nou gaaf. Dat is toch wat je wilt?