[afbeelding niet meer beschikbaar]
Hoe ziet je werkplek eruit?
‘Ik werk vanuit huis, ik heb min of meer mijn eigen etage; een soort vide met een enorme raampartij. Ik kijk uit op de huizen van de overburen. Nee, geen vrij uitzicht, maar dit bevalt me prima, hoor. Ons huis staat op een oud slachthuisterrein, beneden heb ik een kapstok waar vroeger de kadavers aan hingen.
Ik werk aan een oude toonbankvitrine die ik eens ergens op de kop heb getikt. Mijn computer staat er natuurlijk op, plus allerlei paperassen en stalen stof en tapijt enzo. Achter mij staat een altaartje met een Boeddha van bijna anderhalve meter hoog. Een echte eyecatcher. De vloer is ook wel bijzonder; een plankenvloer met kieren waardoor je naar beneden kunt kijken. Verder staat hier een schuifdeurenkast met een print van bloesems. Ja, het is een redelijk inspirerende omgeving inderdaad, dat vind ik wel prettig. Ik heb jaren op een kantoor gezeten, maar ik merk nu dat ik dit veel leuker vind. Ik deel mijn eigen tijd in, begin ’s morgens vroeg en heb tussen de middag tijd voor mijn gezin. Het is een vrijere manier van werk beleven.’
Welk voorwerp heeft voor jou een speciale waarde – en waarom?
‘Eerlijk gezegd ben ik daar niet zo van. In mijn vak heb je redelijk fotografisch geheugen, dus ik heb geen foto’s of plaatjes op mijn bureau nodig. Het gaat mij meer om het totaalplaatje: daar moet ik me goed bij voelen. Maar er zijn geen dingen die ik echt zou missen als ze er niet meer zouden staan.’
Welk voorwerp zou je het liefst vandaag nog het raam uitgooien – en waarom doe je dat niet?
‘In het verlengde van de vorige vraag: eigenlijk niets dus.
Wat heb je (los van computer en telefoon) nodig om je werk goed te doen– en waarom?
‘Nou, ik vind feedback toch wel essentieel. Van klanten natuurlijk, maar ook van leveranciers en partners en van de mensen om me heen met wie ik iets moois maak. Alles moet kloppen dus de neuzen moeten wel dezelfde kant op staan. Net als bij mijn werkplek eigenlijk: het gaat om het totaalplaatje; als dat klopt, haal ik daar heel veel meerwaarde uit. Voor de samenwerking is het ook belangrijk dat alles klopt, daar wordt de samenwerking – en dus ook het resultaat – beter van. Veel partijen zijn vooral op zichzelf gericht en jagen puur op omzet. Voor mij werkt dat niet. Ik kan een prachtige inrichting verzorgen, maar het wordt pas echt spannend als alle elementen samen een fantastisch evenement vormen.’